Veranderen we vaak niet de verkeerde dingen? De zaken waar we echt wat aan moeten doen liggen voor het oprapen. Waarom gaan we daar dan niet mee aan de gang? Is het onmacht of worden we op het verkeerde been gezet door de stroom aan hypes en managementmodellen? De auteur beschrijft hoe we hier doorheen kunnen kijken en hoe we aan deze regendansen kunnen ontsnappen.
Paradigmasprong en totale transformatie
Het kan niet op: Een nieuwe revolutie en dan ook nog ‘Cybercorp’! Waarom niet ‘Robocorp’?
Total quality management, reengineering, transformatieprogramma’s, empowerment, ‘the learning organization’! Wat komt hiervan terecht? Naar schatting drie kwart van deze programma’s blijkt een fiasco. Niet getreurd, de volgende veelbelovende paradigma-sprong dient zich al weer aan.
De scepsis over dergelijke modieuze stromingen neemt onmiskenbaar toe. Met groeiend cynisme begint men al dit schoons te bejegenen. Maar is er een alternatief? Organisaties staan onder grote druk. Geen wonder dat ze organisatorische vernieuwingen omarmen. Daarbij komt dat het de brengers van organisatorische innovaties niet aan overtuigingskracht ontbreekt. Bovendien: hoop doet leven. Dat we hier te maken hebben met magische praktijken – van dezelfde orde als regendansen en allerlei andere bezweringsrituelen – lijkt in deze tijd van pragmatisme en verwetenschappelijking onwaarschijnlijk. Nog onwaarschijnlijker is dat geharde managers en gerenommeerde consultants hiermee aan de haal gaan. Maar toch, net als in vroegere tijden, liggen hier kansen voor invloed en prestige en het zijn niet de minst getalenteerden die ze oppikken en er bij mijn weten meestal ook nog in geloven. De hoop dat lood om te smeden is tot goud is er nog steeds. De zoekers naar de heilige graal, het levenselixer en de steen der wijzen zijn nog onder ons.
Het is niet mijn bedoeling dit verschijnsel verder te ontmythologiseren en het is ook niet mijn bedoeling om het in een kwaad daglicht te stellen.Magie heeft een functie; het stelt enigszins gerust, men zit niet bij de pakken neer. Wellicht vangt de koe toch nog een haas. Met andere woorden, je weet nooit waar het nog goed voor is. “Het kussen wordt in ieder geval weer stevig opgeschud.” “Het houdt de mensen scherp.”
Deze teksten vallen onder de noemer ‘doekjes voor het bloeden’. Maar deze praktijken hebben zolang de wereld bestaat een functie gehad, dus waarom zouden we hier plotseling afscheid van moeten nemen?
Eén element wil ik uit dit verschijnsel naar boven halen. Dat is de gemakzucht, zo niet de vrijblijvendheid en de ondermijning van verantwoordelijkheid die deze ‘vernieuwingen’ onbedoeld oproepen. Toenemend cynisme is hier maar één uitingsvorm van.
Ondermijning van verantwoordelijkheid
Los van de inhoud van de veranderingen hebben consultants en managers zich de afgelopen decennia bepaalde methodes aangemeten. Neem de volgende methodes; zeer gebruikelijk bij goed verandermanagement:
- met stuur- en projectgroepen gaan werken;
- gedegen onderzoek door vrijgestelde functionarissen of externe consultants laten doen;
- speciale projectleiders, verbetermanagers, task-forces, coördinatoren of ‘Gideon-bendes’ aanstellen;
- opleidingsprogramma’s als middel voor verbetering.
Voorbeeld
Onlangs vertelde de baas van een grote productie-afdeling mij met zichtbaar genoegen dat het kwaliteitsproject op zijn laatste benen liep. Eindelijk kon er weer normaal gewerkt worden. Jarenlang was hij, naar zijn idee, afgeknepen met allerlei verzoeken (lees: opdrachten) om medewerkers in projectgroepen te laten participeren. Een carrousel van training en opleiding had de planning onder een onmogelijke druk gezet. Iedereen had moeten improviseren en overwerken om de zaak te laten draaien. Daarbij kwamen nog allerlei onderzoeken van externe figuren, die zijn medewerkers voor de voeten bleven lopen. Vooral het rapport over de vermijdbare kwaliteitskosten was bij hem en zijn mensen verkeerd gevallen. “Alsof we ons hier niet uit de naad werken!!!” Enfin, de opleidingen waren voorbij, de projectgroepen hadden hun werk gedaan. Er waren nog wel bijeenkomsten om de resultaten over te dragen. “Nou, ze zoeken het maar uit, misschien iets voor de coördinatoren.” De meeste Q-coördinatoren hadden er intussen de brui aan gegeven. De man die het nu deed hoefde je niet serieus te nemen en zijn assistent was een groentje!
Gangbare methodes van verandermanagement tasten de verantwoordelijkheid van de lijnorganisatie aan.
Top 3 opleidingen verwaarlozing en organisatierot
Topopleiding verwaarlozing en organisatierot
Powered by Springest
De projectaanpak is verworden tot een chronische kwaal.
Zijn er problemen; we lossen het op met een project. Kordaat en doelgericht! Dit is uiterlijk vertoon. Het echte probleem is vaak dat het verantwoordelijke management de zaken onvoldoende oppakt of niet aankan. Dat kan gebeuren. Op zich niets bijzonders! Maar dan is dat het probleem waaraan gewerkt moet worden. Het overhevelen van verantwoordelijkheid naar projectgroepen maakt de problemen uiteindelijk alleen maar erger.
Verstroeving en cynisme
Zo’n projectmatige aanpak is net zo gedateerd als het werken met omvangrijke staforganen of uitgebreide centrale afdelingen. Goed verandermanagement is in de eerste plaats de kracht van management en medewerkers versterken om de dingen te doen waarvan we vinden dat ze gedaan moeten worden. Wat zijn dat voor dingen? Het zijn vaak knelpunten waar men al sinds jaar en dag tegenaan loopt: Traag of niet reageren op klantsignalen; gebrekkige interne coördinatie; verspilling van materialen; hoge afkeur van eindproducten; leveranciers die zich niet aan afspraken houden, precaire verhoudingen binnen teams, heilige huisjes en hobbyisme, voortwoekerende fricties op grensvlakken, beroerde communicatiepatronen.
Ik noem dit “organisatierot”. Organisatierot ondermijnt niet alleen de resultaten. Het tast ook de motivatie van de medewerkers aan en het is een rechtstreekse aanval op de geloofwaardigheid van het management. Immers, zij laten dit soort zaken maar op hun beloop.
Medewerkers zien het geroep over cultuurverandereing, transformatie of ‘the learning organization’ al gauw als een bewijs van onvermogen om de echte problemen aan te pakken. Wondermiddelen zijn bedrog. Het gaat om de moed en de kracht om gestaag verbetering te willen realiseren. Gemakkelijk is dit overigens niet en doorgaans scoort het minder, veel minder, dan transformatie, paradigmasprong en total reengineering.
Elders heb ik uitgebreid beschreven wat hierbij komt kijken (Mastenbroek, 1997). De kern ervan is dat managers en medewerkers de kracht ontwikkelen om verbeteringen te realiseren. Consultants kunnen hierbij ondersteunen, maar op een andere manier dan met de tot dusver gebruikelijke methoden. Zij hebben ideeën en concrete suggesties voor de sturing die dit vraagt. Zij kunnen door korte werkconferenties – geen opleidingen – de zaak vlottrekken als die vastloopt.
Zo’n aanpak lijkt heel simpel maar is in de praktijk helemaal niet gemakkelijk. Het is niet voor niets dat “organisatierot” zo hardnekkig is. Vaak heeft het te maken met stroeve werkverhoudingen waar veel energie op vast zit. Dan toch maar liever een brede cultuurverandering en total quality? Dat oogt ook wat spectaculairder. Magie moet het hebben van vertoningen. Tijdelijk kan het energie doen ontladen en iedereen gerust stellen dat alles binnen afzienbare tijd veel beter zal gaan. Mijn motto daarentegen is: Liever met kleine stapjes in de goede richting dan sprongsgewijs in de verkeerde richting!
Gestaag doordouwen
Revolutionair en ook nog een innovatie explosie!
De goede richting moet door het management duidelijk aangegeven worden. Ik noem dit focus. Dit focus moet direct te maken hebben met concrete resultaatverbetering, lagere kosten, snellere doorloop, minder uitval, snellere afhandeling van klachten, minder geharrewar op grensvlakken. De betrokkenen zelf moeten aan het werk gezet worden om binnen dit focus en vanuit hun eigen verantwoordelijkheid verbeteringen te bedenken en actie te ondernemen. Wat zo’n proces soms lastig maakt is de gebrekkige communicatie op de werkplek.Een organisatie is zo goed als de kwaliteit van de persoonlijke relaties. Welnu, stijl van leidinggeven, mate van teamontwikkeling en soepele werkrelaties op de interfaces laten vaak te wensen over. Bijna altijd vraagt dit extra aandacht. Niet als doel op zich maar als middel om resultaten te verbeteren en “organisatierot” te bedwingen. Een tweede punt dat vaak extra aandacht vraagt is het concreet zichtbaar maken van de resultaten. Daaruit gaat blijken dat “organisatierot” afneemt en de resultaten verbeteren. Elk team, op elk niveau van de organisatie, is verantwoordelijk voor de eigen resultaten. Resultaatsindicatoren brengen dan uitkomst en werken dynamiserend.
Een voorbeeld bij KLM Cargo
“Strategiebepaling is een kwestie van top down, maar de operationele vertaling in doeleinden en prestatie-indicatoren is vooral een kwestie van bottom up. De mensen in de verschillende units hebben bij uitstek het operationele verstand van zaken. Het moet vanuit de buik van het bedrijf komen, dat garandeert ook de broodnodige betrokkenheid.”
Vervolgens wordt beschreven hoe vanuit een structuur van twaalf regionaal gerichte eenheden met de prestatie-indicatoren wordt omgegaan. Er ontstaat een milde competitie, maar ook een betere samenwerking.
“Wie de norm gehaald heeft, staat in zwart, wie de norm niet heeft gehaald, staat in rood. Dat was in het begin wel even slikken, want je wilt natuurlijk nooit en plein publique in het rood staan. Maar nu heeft iedereen door dat vrijwel niemand volmaakt is. En wat zie je, de mensen met een rode score zoeken de mensen met een zwarte score op om te vragen hoe ze dat toch voor elkaar krijgen. Daar zit de grote winst.”
en
“Het is niet ieder voor zich, maar allen voor het geheel. Osinga heeft zijn managers daarom voorgehouden dat weliswaar iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid heeft, staat voor zijn eigen rapport, maar dat het collectief verantwoordelijk is voor het totaalrapport. Dus wie het goed doet op een bepaald aspect, kan iemand die daar moeite mee heeft maar beter helpen: Een zwak totaalrapport krijgt iedereen op zijn bord.”
Floris Hers: De managementinformatie van KLM Cargo: Meer focus, meer actiegericht. Financieel Economisch Magazine, 5-7-’97, p. 44-45).
Laat u geen zand in de ogen strooien door de eenvoud van dit voorbeeld. Dit goed doen werken is een fiks karwei en vraagt permanent aandacht.
Alternatief
Na ‘reinventing the factory’ nu ook ‘reinventing business’, straks ‘reinventing economy’ en ‘reinventing society’.
Kort samengevat volgen hier de belangrijkste elementen van een alternatief:
Goede sturing is een noodzaak. Hoe gaat dit?
Een voorbeeld van een bedrijf dat de klantgerichtheid op alle grensvlakken drastisch wilde verbeteren.
In een onderdeel van Sara Lee/DE (750 medewerkers) worden alle leidinggevenden met hun teams aan het werk gezet met vier vragen (1) Wie zijn onze (interne) klanten? (2) Op welke punten kunnen we scoren? (3) Welke actie ondernemen we? (4) Hoe maken we de resultaten zichtbaar?
Regelmatige onderlinge uitwisselingen zijn een platform voor de voortgang. Ondersteuning van bazen en teams is op afroep beschikbaar. Na één jaar lopen er 150 verbeterprojectjes. Voorbeelden: Snellere doorlooptijd van opdrachten, sneller en beter reageren op klachten, betere interne beheersing van de werkstroom.
Kan het zo simpel zijn? Soms, niet altijd! Blokkerende arbeidsverhoudingen en onvoldoende ontwikkelde competenties van sturing en zelforganisatie belemmeren dan de voortgang. In dit geval is er niet één projectgroep opgericht. De stuurgroep is het topteam. Niets gebeurt er buiten de lijnorganisatie om. Onderzoek wordt verricht, door de afdelingen en teams zelf. Elke baas is met het eigen team verantwoordelijk voor resultaten.
Belangrijkste lessen
- Investeer in persoonlijke communicatie op de werkplek in plaats van in communicatie via de middelen (memo’s, bedrijfsblad, video’s).
- Verbetering van resultaten loopt niet via een programma van onderzoek, stuur- en projectgroepen, maar via de normale werkorganisatie.
- Opleidingen ter verbetering van communicatie, managementstijl, klantgerichtheid en kwaliteit afschaffen. Hiervoor in de plaats werkconferenties van bestaande teams richten op verbetering van resultaten en zo nodig op verbetering van de werkrelaties.
- De lerende organisatie bestaat niet; mensen leren van en met elkaar. De vraag waarom het gaat is: hoe moeten we de werkrelaties zo inrichten dat leren maximaal kansen krijgt.
- Begin niet aan cultuurverandering, vraag de lijnorganisatie om betere resultaten.
- Laat het werken aan betere resultaten de cultuur meetrekken.
- Zie het middenmanagement als motor van de verandering.
- Kijk uit met onderzoek, kijk nog meer uit met het uitbesteden van onderzoek. Er wordt al snel te veel overhoop gehaald. Bepaal eerst wat je wilt weten en wat je aan kan. Onderzoek dit met behulp van gerichte vragen en een korte check-list.
- Beperk het gebruik van ‘tovertaal’: Tovertaal als empowerment, reengineering, ‘the learning organization’, paradigma sprong, ‘double loop’ leren, systeem denken, kritieke succes factoren, transformatie, ‘core competencies’, chaostheorie, fuzzy structures, ‘post-modern’ en ‘economies of scale’. Iedereen verstaat er wat anders onder. Bovendien verwijzen veel van deze termen naar verschijnselen met een zeer dunne feitelijke fundering of een hoog fantasiegehalte.
- Vermijd te allen tijde termen als revolutie, doorbraak, radicaal en totaal (meestal op zijn engels in total redesign of total transformation). Ze impliceren een gebrek aan respect voor de prestaties van onze organisaties. Goed bestuur en de productie van enige toegevoegde waarde zijn schaarse goederen. Wanbestuur en ruwe uitbuiting zijn historisch gezien veel normaler. Het is een groot geluk dat we hieraan beginnen te ontsnappen.
- Hoed u voor drastische reorganisaties of structurele ingrepen. Die doen ‘organisatierot’ alleen maar toenemen. Schep duidelijke kaders en zet de organisatie zelf aan het werk om gestage voortgang te creëren en monitor dit. Dit vraagt wel een helder idee waar de organisatie naar toe moet. Noties als klantgericht organiseren, ieder team eigen product/klantcombinaties met eigen resultaten kunnen in zo’n idee passen.
- Wees zuinig en selectief met het gepraat over versterking van de ‘corporate culture’ en de noodzaak tot het creëren van gezamenlijke normen en waarden. Krachtige subculturen van onderdelen zijn een groot goed.
Hefboomkracht
De ervaring leert dat zo’n aanpak ook andere zaken in beweging brengt dan “organisatie-rot”. Het is bijna onvermijdelijk dat het organisatieontwerp ter discussie gaat komen. Verschuivingen die voor de hand liggen zijn een meer proces-gewijze vorm van organiseren en relatief autonome eenheden met eigen producten en klanten. Dit vraagt een expliciete organisatievisie van het management en de bereidheid langs wegen van geleidelijkheid hieraan te werken. Dit oogt wederom minder spectaculair dan een grootschalige reorganisatie of totaal herontwerp. Ook zijn de effecten in termen van magie totaal afwezig. Sommigen zullen dit als nadelen ervaren. Het zal wel duidelijk zijn dat ik hier anders over denk. Al met al heb ik het hier over ontwikkelingsprocessen die niet in een handomdraai te realiseren zijn.
Goed verandermanagement heeft niets te maken met het omarmen van een hype als empowerment, reengineering, of de lerende organisatie. Ook de volgende hype zal ons in verwarring en narigheid achterlaten! Zijn we langzamerhand niet zover dat we de opjutterij naar totaaloplossingen achter ons kunnen laten?
Samenvatting
Goed verandermanagement is de dingen doen waarvan we allang weten dat ze gedaan moeten worden, gestaag aan de goed handles gaan sjorren en voldoende kracht ontwikkelen om dit vol te houden. Dan blijkt dat resultaatverbetering, organisatieverandering en sociale competenties nauw verbonden zijn. Zo nauw, dat ze elkaar mee kunnen trekken in de goede richting. Deze ontwikkeling bewuster en trefzekerder doen verlopen zie ik als de uitdaging waar het om gaat.
Literatuur
Mastenbroek, W.F.G., Verandermanagement. Holland Business Publications, 2004.
Reacties
Nuchter en gezond benadering.
Mastenbroek geeft helder weer dat toverformules in verander en verbetertrajecten niet bestaan. Gestaag doorwerken, steeds naar resultaten kijken zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid in de lijn laten zijn heldere en overtuigende handreikingen
Herkenbare thema’s, aangesneden / benoemd door een autoriteit.
Je hebt de neiging om hem onmiddellijk gelijk te geven. Maar heeft het artikel niet wat teveel Fortuyn-gehalte. Ligt het zo simpel, ..waarom is dan de praktijk dan zo weerbarstig ?
Er is waarschijnlijk meer aan de hand.